Het schade-incidentformulier
Bureaucratie op de peuterspeelzaal 

In een onbewaakt moment draait Yasemin de wc-deur op slot en ze doet hem niet meer open. Ik zie de koppen in de Telegraaf al voor me: ‘Peuter verdrinkt in wc door onachtzame vrijwilligster’ en ga snel hulp halen. Juf Karin blijft veel rustiger dan dat ik dat ben en neemt een grote doos vol schroevendraaiers mee naar de gang. We hebben niet één twee drie de goede te pakken en Karin roept door de deur naar Yasemin dat we zó bij haar zijn en dat ze maar even iets moet gaan doen. Hetgeen Yasemin ook doet, want als we de deur eindelijk weer open hebben, staat daar een kletsnatte Yasemin die heel de wc uitbundig heeft versierd met meters wit wc-papier. Terwijl ik Yasemin opgelucht knuffel, begint Karin meteen een formulier in te vullen: het schade-incidentformulier.
Aard en toedracht van het voorval worden beschreven.
Incident: ‘Yasemin zat opgesloten in de wc.’
Oorzaak: ‘We letten even niet goed op.’
Hoe we herhaling denken te voorkomen: ‘Voortaan beter opletten.’
Eén exemplaar gaat in ons eigen boek, eentje is voor het management en eentje gaat naar de ouders van Yasemin. Ik hoop maar dat die laatsten begrijpen waar het over gaat, met een beetje pech krijgt dat kind thuis nog op haar flikker ook.
Een volgend incident vindt plaats als ik Elina meeneem naar de wc. Ze wil graag op de grotemensenwc en van mij mag ze. Ze klimt op de wc en houdt zich met beide handen links en rechts aan de bril vast. Als ze loslaat om wc-papier te pakken, begrijp ik waarom peuters beter op hun eigen kleine wc’tjes kunnen want ze floept hup, zo de wc-pot in. Snel vis ik haar er weer uit en dep ik haar jurkje en maillot droog met handdoekjes.
Terug in de zaal zeggen we niets.
Voor je het weet sta je weer een schade-incidentformulier in te vullen.

(Geschreven voor het Rotterdams Onderwijs Magazine, over m’n observaties in een peuterspeelzaal in Rotterdam West)